Suggesties voor schoolbezoeken aan Herinneringscentra en musea

  1. Bezoeken aan oorspronkelijke en niet-oorspronkelijke locaties zorgen voor specifieke leerervaringen en bieden andere mogelijkheden dan die in de klas. Een bezoek kan de 'status' van een thema in de ogen van de leerlingen ook doen toenemen. Zij beseffen het belang van het thema omdat zij er de school voor verlaten en de andere lessen stilliggen.
  2. Authentieke locaties zoals voormalige kampen creëren een unieke atmosfeer, wat bij de leerlingen voor een speciale motivatie kan zorgen om er meer over te weten te komen en ook sterke emoties kan oproepen. Wees je er als docent van bewust dat je de leerlingen aan deze hevige emoties blootstelt en houd daar rekening mee bij de organisatie van het bezoek.
  3. Oorspronkelijke locaties bieden de gelegenheid voor een diepgaande studie van specifieke plekken, momenten en gebeurtenissen.
  4. Musea kunnen de emotionele impact van een bezoek aan een oorspronkelijke locatie moeilijk evenaren. Maar in een museum zullen de leerlingen minder snel overspoeld worden door hun gevoelens en daardoor de bredere historische context beter kunnen zien.
  5. Originele voorwerpen bestuderen kan de belangstelling, de motivatie en de leergierigheid stimuleren en een directe en voelbare band met de mensen uit het verleden tot stand brengen, wat in een klaslokaal minder gemakkelijk is.
  6. De docent is verantwoordelijk voor zijn of haar leerlingen en moet zeker weten dat een bezoek aan een voormalig kamp of museum geschikt is voor hun leeftijd. Overleg hierover met het personeel van de oorspronkelijke locatie of het museum.
  7. Het bezoek aan een oorspronkelijke locatie of een museum is op zichzelf niet voldoende om de Holocaust te bestuderen. Omschrijf duidelijk de doelstellingen van een bezoek aan een oorspronkelijke locatie of een museum. Hoe kan het bezoek het onderwijs in de klas aanvullen, verrijken en verder ontwikkelen?
  8. Het bezoek moet zorgvuldig worden gepland. Neem vooraf contact op met de locatie voor advies bij de voorbereiding. Idealiter breng je als docent vooraf een bezoek aan de locatie en/of je volgt een specifieke cursus voor docenten over de voorbereiding van zulke studiereizen.
  9. Denk na over het beste moment van een studiereis binnen de algemene context van een lessenserie over de Holocaust, en ook hoe deze reis wordt ingebed in het werk in de klas. De studiereis vergt voorbereiding, niet alleen van het bezoek zelf maar ook van de follow-up activiteiten. Deze activiteiten moeten vooral betrekking hebben op de geschiedenis van de Holocaust, maar kunnen worden verrijkt door een interdisciplinaire aanpak.
  10. De locatie is ervoor verantwoordelijk docenten van advies, informatie en educatief materiaal te voorzien voor de voorbereidende en aansluitende lessen in de klas. De leerkracht moet hieraan voldoende tijd besteden.
  11. De voorbereiding moet duidelijk maken dat een oorspronkelijke locatie een gedenkplaats is met een eigen geschiedenis en dat een bezoek aan deze plek niet alleen iets leert over het verleden, maar ook over hoe dat verleden wordt herinnerd en herdacht.
  12. Een bezoek aan een oorspronkelijke locatie moet toegespitst worden op de geschiedenis van die plek. Laat leerlingen actief gebruikmaken van de locatie als historisch bewijsmateriaal om thema's en problemen te bestuderen die al tijdens de voorgaande lessen aan de orde kwamen. Het bezoek is niet slechts een gelegenheid om deze historische vragen te beantwoorden, maar moet ook als een stimulans gezien worden om nieuwe historische, morele en ethische vragen op te werpen.
  13. De meeste leerlingen zijn niet gewend te leren in musea en op oorspronkelijke locaties en velen beschikken niet over de studievaardigheden die nodig zijn in deze omgeving. Daarom horen museum en oorspronkelijke locatie het leerproces van leerlingen tijdens het bezoek te ondersteunen door hen te helpen de tentoongestelde objecten te interpreteren. Ze moeten daarbij rekening houden met hun leeftijd, verschillende leerbehoeften en kennisniveau. Dat kan bijvoorbeeld door middel van oriëntatie- en /of verwerkingsactiviteiten, rondleidingen, werkbladen en audiogidsen.
  14. Zet je leerlingen op de locatie aan tot discussie en reflectie als integraal onderdeel van het bezoek. De oorspronkelijke plek of het museum moet hiervoor de gelegenheid bieden.
  15. De follow-up moet aansluiten op de vragen die naar aanleiding van het bezoek zijn gerezen en leerlingen helpen om hetgeen ze tijdens het bezoek geleerd hebben in een ruimere context te plaatsen.